Wednesday, January 27, 2010

 
Posted by Picasa
Vrouwenklooster op plattegrond Blaeu naar Boxhorn. ( 1649)
Vesting Naarden op de Kaart 

Sunday, July 20, 2008

 
Posted by Picasa Nonnen en Monikken

 
Posted by Picasa Non dakpan

Sunday, June 05, 2005

 

WROETEN IN DE WEESHUISKAZERNE-GROND

_____________________________
De muur van de kloostertuin ?Januari 1992 werden graafwerkzaamheden verricht in verband met het bouwrijp maken van het voormalige Weeshuiskazerne-complex. Op dit terrein stond ooit een middeleeuws klooster. Mogelijk zouden daarvan nog resten in de bodem aanwezig zijn. Zaterdag 11 januari is door een groep vrijwilligers (leden van de archeologische werkgemeenschap, afdeling Naerdincklant) gegraven in de grond grenzend aan de Jan Massenstraat en het bestaande gebouw aldaar.
(afb. 1) Binnen een oppervlakte van 7,5 x 4,5 meter werd een oude fundering
blootgelegd en een drinkwaterkelder. (afb. 2) Het waterkeldertje zal, gezien de gebruikte materialen, niet ouder zijn dan de 18e eeuw.
De fundering daarentegen moet veel ouder zijn, want deze vertoonde geen samenhang met de buitenmuren van de bebouwing, zoals die vanaf 1832 op de kadasterkaarten voorkomt. Op de stadsplattegronden uit het begin van de 17e eeuw lijkt de perceelbegrenzing wel de lijn van de gevonden fundering te volgen. (afb. 3) Op grond van de geringe zwaarte, diepte en het verloop van de fundering lijkt het erop of dit het restant van de muur om de kloostertuin was. Aan de straatkant bevond zich tegen de fundering nog een extra versterking: misschien wel de basis van een stoeptrede voor een poortje naar de kloostertuin? (afb. 4)
Op de vogelvluchtkaart door Joan Bleau anno 1649 staat een tekening van het klooster. De huizenblokken zijn echter door het perspectief vervormd. De kaart van de landmeter Bonefatius uit 1630 toont alleen de contouren van de straten, maar zijn qua vorm en schaal redelijk weergegeven. Ter illustratie is het vogelvluchtaanzicht (Bleau) van het klooster door mij getekend op Bonefatius' stadsplan. (afb. 5) De kloostergebouwen zijn waarschijnlijk fantasie, maar de ligging van de gevonden fundering ten opzichte van de Katrepel komt overeen met de pennenstreek van landmeter Bonefatius.
Tussen de uitgegraven aarde langs de fundering (afb. 4) bevonden zich wat botten en 16e en 17e-eeuws schervenmateriaal, waaronder een klein stukje geïmporteerd 16e-eeuws majolica. Ook werd in die laag een gebroken zilveren knopspeld aangetroffen. De speld is 1 mm dik en heeft een lengte van 30 mm, terwijl de kopdiameter 3 mm is.

Merkwaardige dakpannen
Vrijdag 17 januari werd met een graafmachine de fundering van de kazernevleugel uit 1936, die haaks stond op de Jan Massenstraat, uitgegraven. De onderste laag stenen, 60 cm hoog en ongeveer 1 meter breed, bevond zich op twee meter diepte. Op dit fundament lag een 40 cm dik zandpakket. Hierop rustte de gemetselde fundering uit 1936. Waarschijnlijk is in dat jaar de grond tot een diepte van anderhalf tot twee meter fors verstoord. Onder dit voormalige gebouw kwamen resten te voorschijn van een kelder en een cilindervormige waterput. Behalve stenen en enkele plavuizen werd weinig noemenswaardigs opgegraven. De enige merkwaardige voorwerpen, die naar boven kwamen, waren twee vreemd gevormde rode dakpannen. Één ervan was geheel intact en had een lengte van 31 cm en een breedte van 16 cm. In de lengterichting was alleen een gootvormige baan geel geglazuurd. (afb. 6)Uit verschillende bronnen blijkt dat dit type dakpan uit de middeleeuwen stamt. Hieronder volgt een korte omschrijving over de toepassing van deze dakbedekking.

'Nonnen en monniken'
In de late middeleeuwen werden in de steden de houten woningen vervangen door stenen. De rieten daken verdwenen en ervoor in de plaats kwamen leien, daktegels en dakpannen. De soort dakbedekking was vaak afhankelijk van de streek waarin de stad lag als gevolg van productie en transportmogelijkheden. De grondstof voor de steen- en pannenbakkerij uit de omgeving bepaalde mede de uitvoering en de vorm.
De gevonden dakpan is vervaardigd in het IJsselgebied. Dit type is veelvuldig toegepast op de daken van de IJsselsteden Deventer, Kampen, Zwolle en Hattem. Nog steeds vindt men ze daar in redelijke aantallen terug. In het omliggende gebied, zuidelijk begrensd door Nijmegen en westelijk door Amersfoort, worden de vondsten spaarzamer. Uit de bodem van Amersfoort kwam slechts een enkel exemplaar omdat in deze stad hoofdzakelijk de daktegel, een geheel ander type, voorkwam.
Op de afbeelding 7 is te zien hoe de dakbedekking er in de IJsselsteden heeft uitgezien. Opvallend is de overeenkomst met de Romeinse daken en de nog steeds voorkomende dakbedekking in Zuid-Europa. De opbouw van het dak bestaat uit onder- en bovenpannen. De onderpannen worden 'nonnen' en de bovenpannen 'monniken' genoemd.
De 'weeshuispan' met het geglazuurde gootje is een 'non'. Het geelbruine loodglazuur moest de waterdichtheid van de pan vergroten. De breedte van de strook glazuur is een hulpmiddel bij de datering. Bij een bepaling uit Deventer anno 1434 moest de strook minstens een breedte hebben van twee vingers en vanaf 1514 moest het drie vingers zijn. Vaak werd als goedkope uitvoering alleen het dak gedekt met 'nonnen'. In dat geval werden de zijnaden met latten afgedekt of met kalk gevoegd. Deze opbouw werd 'enkel dak' genoemd. Het dure zogenaamde 'dubbel dak' vergde een sterkere en duurdere dakconstructie. Hierbij werden over de naden van de 'nonnen' de bovenpannen of 'monniken' gelegd. Deze bovenpannen waren tapvormig en niet geglazuurd. Documenten uit de 14e eeuw maakten zelden onderscheid tussen onder- en bovenpannen. Waarschijnlijk werden ze paarsgewijs verkocht toen het riet op grote schaal vervangen werd door pannen. Pas in de 15e eeuw werd, ten be-hoeve van reparaties, duidelijk vermeld of het om onder- of bovenpannen ging. Ook kwam toen het prijsverschil tussen beide soorten op de rekeningen tot uiting. De prijs blijkt gebaseerd te zijn op het gewicht; gemiddeld woog de duurdere onderpan 2,1 kg en de goedkopere bovenpan 1,35 kg.
Stellig hebben de gevonden 'weeshuisnonnen' op het kloosterdak gelegen. De 'monniken' hebben op hun buurt weer de 'nonnen' gedekt. (De propaganda uit de 80-jarige oorlog heeft zijn sporen in het spraakgebruik achtergelaten) Het klooster van het Zusteren Convent der Franciscanessen is omstreeks 1438 van de Bussummerstraat naar de Susterenstraat (Kloosterstraat) verhuisd. Bij deze nieuwbouw zijn de 'weeshuisnonnen' mogelijk vanuit Kampen via de Zuiderzee naar de Naardense zeehaven verscheept. Uit oude documenten blijkt het onderlinge contact tussen Naarden en de IJsselsteden Kampen en Deventer.
Met de vondst van anderhalve 'non' is Naarden de meest westelijke vindplaats van dit type IJsseldakpan geworden.
__________________________
Afbeeldingen:1. Foto: Onder de gesloopte hoek van het kazernecomplex aan de Jan Massenstraat werd een oude fundering blootgelegd.
2. Foto met onderschrift: Restant tuinmuur ?
3. Tekening: De bovenkant van de fundering bevond zich ongeveer 30 cm on- der het straatniveau en reikte tot 70 cm diepte. Er waren nog 7 steenla- gen aanwezig. De onderste laag was 56 cm breed, de bovenste 35 cm .
4. Foto: De stoep van de tuinmuur ?
5. Plattegrond van de omgeving van het klooster.
6. Foto: Anderhalve rode pan met een baan geel glazuur.
7. Tekening 'Enkel dak' en 'Dubbel dak'.
___________________________
Bronnen:
- Hausbau in den Niederlanden. Jahrbuch für Hausforschung, band 39. Jonas Verlag.
- Thuis in de late middeleeuwen, het Nederlandse burgerinterieur 1400 - 1535. Uitg. Waanders.
- Geschiedenis van Gooiland. Dr. D.Th. Enklaar en Dr. A.C.J. de Vrankrijker
- Nardincklant. Dr. A.C.J. de Vrankrijker. Uitg. De Kern, Den Haag 1947.
_____________________________
Opmerking:
Enkele maanden na januari 1992 is een sleuf gegraven achter het Comenius Museum gelegen aan de Kloosterstraat. Hier kwamen niet alleen een aantal 'nonnen' te voorschijn, maar ook een aantal 'monniken'. Van de gevonden dakpannen is een foto gemaakt en daarna zijn de dakpannen in bewaring gegeven aan het Stadsarchief van Naarden.
__________________________________________________________

translate.google.com in English
_________________________________________________________
DE OMROEPER, 1992-3 p. 116
F.J.J. de Gooijer
Historie van Het Gooi, Gooiers en Erfgooiers 
http://gooijer.nl.jouwpagina.nl/

Voor afbeeldingen en foto's, zie:
http://gooiland.vijftigplusser.nl
_______________________________________

INTERNETBronnen:_______________________________

Afbeeldingen:De middeleeuwse boven- en onderpannen zijn afgeleid van de Romeinse dakpan (tegula).

Labels:


This page is powered by Blogger. Isn't yours?